DE PRINSJ VAN DEINEMARKEN
Theater in het Theater
In het tweede bedrijf doet een reizend toneelgezelschap het koninklijk hof aan.
Hamlet ontvangt de spelers enthousiast en vraagt hen of ze een bepaald stuk kennen en dat willen spelen.
Hij zal daarin een passage aanpassen.
Zijn bedoeling is om zijn oom Claudius, bij de vertoning, tegenover het verzamelde hof,
te confronteren met zijn misdaden en hem zo te ontmaskeren.
Jan maakt er in zijn vertaling poppenspelers van.
Hij noemt hen de "maanen van de Floereminne", dus poppentheater Aabazjoer.
De poppen zijn gesneden naar Luc D'Haese (+) en Filip Van de Winkel. En hij vroeg Luc en Filip om de stemmen zelf in te spreken.
In het welkomstgesprek met de poppenspelers wordt duidelijk dat Hamlet het gezelschap kent, dat het nog altijd even goed is en zelfs nog beter wordt.
Maar ze spelen niet meer in hun eigen theater. Er is te veel concurrentie van een ander gezelschap ( versta: De Bende van Richaar ).
Hamlet: Zijn ze beiter als gegeir?
Speiler: Ba niee's, moor ze speilen zwore stikken, oit den aaen toid.
Hamlet: Woor es da veir vandoeng ? Da'n es toch gien goed theoter.
't Moet veir te lachen zijn,
en een beitjen oever dingens van vandaug goon.
En doorboi, ne goeien poepen-theoter schroift zijn stikken zelf.
'k Ben kontent da ge 't geir zijt, diee gekommen zijt.
'k Zieng eir veil liever.
Karel ( broer van Jan ):
"Voor het kleine poppentheater in het poppentheater koos Jan een oud decorstuk beladen met nostalgie.
In zijn jeugd speelde hij al poppentheater.
Samen met mij, Jan De Wilde en Lieve Van Steenberghe vormde hij, van 1964 tot 1969, "Het heel klein Kunsttheater".
Een hoogtepunt van die periode waren de opvoeringen van "De Stomme van Portici" met het komisch duo Kadol en Oskar.
Het was een parodie op de opera die aanzet gaf tot de stichting van België en door ons - met ironie - gekozen was voor een 11 juli viering.
Dit stuk was eigenlijk "theater in het theater". Het eerste bedrijf toonde de creatie: de plannen, besprekingen en voorbereidingen.
De verwaande kat, Kadol, naar eigen zeggen "collaborateursopraan aan de opera van Milaan-San Remo", wil schitteren op de scène.
Haar bescheiden, timide baas, Oskar moet alles regelen in de coulissen.
Het tweede bedrijf was de eigenlijke opvoering: het onbedoeld burleske resultaat, waarbij - tot grote hilariteit van ons publiek - een en ander misloopt.
Jan ontwierp en maakte het decor: een theatergordijn, met aan weerskanten de achterkant van een coulisse.
De vondst om dat theatergordijn te gebruiken voor zijn "Hamlet" vertelde Jan me met twinkelende ogen."
copyright - De Bende van Richaar - maart 2023